Buitentuin en broeikassen
De Botanische Tuin in Berlijn heeft een oppervlakte van 43 hectare. De tuin heeft schitterend aangelegd groen, waarbij in elke hoek wel iets nieuws te ontdekken valt. Loop langs de uitgezette wandelroutes en geniet van de natuurpracht die de tuin te bieden heeft. In de Prinsentuin zijn er bijvoorbeeld uitzonderlijke planten uit de 17de eeuw te vinden. Op het domein zijn er verschillende aangelegde bomentuinen, ook arboretums genoemd. Verschillende routes brengen u langs deze en andere aangelegde tuinen, zoals de heerlijke geurentuin. Indien u wat voor de natuur wilt betekenen, heeft u in de botanische tuin de mogelijkheid om een plant te adopteren. Op die manier zult u meteen tot 'De vrienden van de botanische tuin' worden gerekend.
Het was Adolf Engler die de Botanische Tuin in Berlijn tussen 1879 en 1910 heeft laten aanleggen. Hij was in eerste instantie bedoeld om de plantensoorten uit de verschillende Duitse kolonies te bestuderen. Hiervoor werden enkele gigantische broeikassen gebouwd die door maar liefst 1.500 ton steenkool werden verwarmd. De grootste kas, de zogenaamde tropenkas, is met zijn 25 m hoge, 30 m brede en 60 m lengte een van de grootste kassen ter wereld. Er groeien ruim 1.300 plantensoorten in. U zult er verschillende cactussen, reuzenbamboe, orchideeën en vleesetende planten vinden. De plant waar de meeste bezoekers op af komen is toch wel de Victoria Amazonica, oftewel de reuzenwaterlelie, die tot ieders verbeelding spreekt. De bladeren van deze uitzonderlijke plant hebben een draagvermogen van maar liefst 8 kg.